Een toplattenkast heeft geen raampjes, maar alleen toplatjes met een driekantige onderkant die zonder tussenruimte tegen elkaar aan liggen, de bijen maken hier zelf het raat zonder dat er geprepareerde raampjes gebruikt worden.
De zijwanden van de kast zijn zodanig schuin dat de bijen de raten er niet aan vast bouwen.
Deze bijenkast wordt ook wel Afrikaanse kast genoemd, deze gebruiken ze veel veel in Afrika omdat hij heel praktisch is in het gebruik.
In de bodem zit de vliegopening.
Op de bodem zet je een of meerdere broedkamers.
In de broedkamer heeft de koningin de ruimte om eitjes te leggen.
Op de broedkamers zet je een of meerdere honingkamers waarin het bijenvolk de honingvoorraad kan opslaan.
Het voordeel van deze kast is de modulaire opbouw, je kan naar behoefte broedkamers of honingkamers toevoegen.
Het nadeel is dat bij inspectie van de kast, de delen uit elkaar worden gehaald wat de nodige verstoring van het bijenvolk geeft
Dadantkasten hebben een groot imkertechnisch voordeel er is maar een grote broedkamer nodig.
Dus geen 20 ramen zoals bij de spaarkast, maar slechts 1 broedkamer met 10 tot 12 ramen omdat de ramen groter zijn dan in de spaarkast.
Als je het broednest gaat inspecteren hoef je daarom maar een broedkamer te controleren in de plaats van kleinere broedkamers.
Een bijenklos (ook wel kloskorf of het duitse klotzbeute) is een hol stuk boomstam (een klos) waarin bijen gehouden worden.
Deze bijenklossen werden vervolgens ook wel in een boom bevestigd / gehangen zodat ze minder toegankelijk waren voor de op honing beluste roofdieren op de grond.
MEER INFO